Tot donderdag heb ik me redelijk goed gevoeld. Altijd zat het gebeuren in mijn hoofd, maar ik was ervan overtuigd dat ik donderdagmiddag een positieve uitslag te horen zou krijgen. Toch was ik donderdagmorgen bloednerveus. Ik heb overwogen om niet naar mijn werk te gaan, maar ben tot gegaan. Maar echt productief was ik niet. Ik heb ook nog een van de groepsleiders afgesnauwd toen hij met flauwekul aan kwam zetten. Uiteraard had ik gelijk :-), maar mijn reactie had wel wat minder gemogen.
Om half twaalf hield ik het niet meer en ben ik naar huis gegaan. Want hoewel ik geen slecht nieuws verwachtte, wist ik natuurlijk dat het wel slecht kon zijn. De punctie was niet voor niks genomen. En aangezien bij mij toch vaak het glas half leeg in plaats van vol is en ik toch meestal verwacht dat het Nederlands elftal zal verliezen, begon ik toch nare gedachten in mijn hoofd los te laten. Gedachten die ik al die tijd gewoon had verdrongen. Wat als het slecht is? En wat als het slecht is en het is zo ontzettend groot? Wat als ze er dan helemaal niks meer aan kunnen doen? En op zo'n moment kan ik dus ook echt doordraven. Moet ik straks mijn kinderen en mijn ouders vertellen dat ik dood ga? Welke muziek zou ik op mijn begrafenis willen hebben? Even janken, slikken en toen weer terug naar af. Mezelf streng toespreken: het voelt goed, ik heb geen pijn, de doktoren denken aan littekenweefsel (al zou ik niet weten waar dat vandaan moet komen), het is ook geen knobbeltje, dus het kan geen kanker zijn! Ik moet zeggen, misschien heb ik mijn roeping als mental coach gemist, want het hielp. Nog steeds zenuwachtig, maar wel weer vol goede moed togen Ivor en ik 's middags naar Vlissingen voor de uitslag.
En toen werd ons toch vertelt dat er een monster zit. Een groot kwaadaardig monster, zichtbaar op de foto als een lang wit gedrocht met tentakels, dat er misschien al wel meer dan een jaar zit. Een jaar waarin hij zich voedde met cellen uit mijn borst en langzaam groeide totdat hij zich niet meer kon verstoppen. Ivor was totaal lamgeslagen, die was helemaal niet ingesteld op slecht nieuws Ik kon nog enigszins wat vragen stellen. De verpleegkundig specialist en de chirurg vertelden ons over een operatie en over bestraling en dat ging nog allemaal goed. Maar toen ze vertelden dat er ook chemo bij zou komen kijken, brak ik. Toen kwam het nieuws echt knalhard binnen dat het echt, heel echt, heel slecht was. Het gesprek werd afgerond, er moesten wat aanvullende afspraken gemaakt worden en toen moesten we de gang weer op. De gang met al die mensen die naar je kijken, waarvan je niet wilt dat ze aan je kunnen zien dat je slecht nieuws hebt gekregen. Wat een stompzinnige indeling van het ziekenhuis dat je pers'e door de wachtruimte moet en dat je niet zo weg kunt glippen.
De eerste uren was ik van streek. De eerste mensen opbellen en het nieuws vertellen vond ik ook moeilijk. Ik had 's avonds een vergadering en Ivor heeft die voor me afgebeld. Maar na een paar uur kreeg ik mijn vechtersmentaliteit weer terug. 1 op de 7 vrouwen krijgt ooit borstkanker. Het is de meest voorkomende kankersoort, maar ook de best te genezen soort. Dus ik ga gewoon genezen. Ik geloof dat we het monster kunnen verslaan. Hij is niet sterk genoeg en ik, samen met Ivor, en niet in de minste plaats voor en door Mika en Sanne, zal overwinnen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten