dinsdag 15 december 2015

Nieuwsgierig of belangstellend

Zaterdag werd ik aangesproken door een vrouw die ik niet kende. Ze vroeg me of ik ooit was aangesproken op mijn hoofddoekje of dat mensen me wel eens aanstaren. "Nee, dit is de eerste keer.", antwoordde ik, enigszins verbouwereerd. Want het zou niet in me opkomen om iemand daarop aan te spreken. Tenminste niet als het een vreemde is.

Het bleek niet uit nieuwsgierigheid te zijn, maar deze vrouw had ook kanker. Toen ik haar aankeek, zag ik het ook. Geen wimpers en een pruik. Ze vroeg het me omdat ze had getwijfeld of ze een pruik zou nemen of niet. Blijkbaar had de angst voor het aanspreken of aanstaren haar doen besluiten een pruik te nemen. Dat is bij mij geen moment opgekomen. De reden waarom ik geen pruik heb genomen is omdat het me te zwaar en te warm leek, vooral omdat ik het in de zomer zou moeten dragen. Mijn oma is overleden aan longkanker en ze heeft haar pruik hooguit twee keer gedragen. Dat was weliswaar meer dan 20 jaar geleden en de pruiken zullen in die tijd ongetwijfeld anders van kwaliteit zijn geweest dan nu, maar het is me altijd bijgebleven.

Van het weekend bleef ik er wel aan denken waarom iemand in de overweging zou meenemen wat een ander ervan zou vinden. Ik begrijp dat niet. Kanker overkomt je, het is toch niet iets om je voor te schamen waardoor je het moet verbergen? Misschien vindt iemand het vervelend om erover aangesproken te worden? Mijn ervaring is dat mensen het al moeilijk genoeg vinden om je erover aan te spreken en als ze het dan wel doen is dat meestal uit belangstelling of meelevendheid en zelden uit nieuwsgierigheid. En ik moet zeggen dat het mij in ieder geval ook een aantal mooie gesprekken heeft opgeleverd. Mensen die kunnen vertellen over hun ervaring bij hunzelf, een familielid of vriendin die iets soortgelijks hebben meegemaakt. Doordat ik er open over ben, is de drempel laag om me aan te spreken. Ik kan me zelfs voorstellen dat het erg eenzaam kan zijn als je het niet deelt met anderen. Of dat je onbegrip kweekt omdat je bepaalde dingen tijdelijk niet kan doen en men weet niet waarom.

Achteraf gezien is het niet helemaal waar dat niemand me op mijn hoofdbedekking heeft aangesproken. Een keer heeft een meisje van een jaar of negen gevraagd waarom ik een muts droeg. Het was zomer, dus een heel redelijke vraag vind ik. En hoewel het hier waarschijnlijk wel nieuwsgierigheid betreft, vind ik dat bij kinderen een heel gezonde eigenschap. Als je niks vraagt, leer je niks anders dan dat je verteld wordt.

Het aanstaren is een ander verhaal. Daar heb ik eigenlijk nooit wat van gemerkt, op een enkele keer na dat het wel heel opzichtig gebeurde. Dat wil echter niet zeggen dat het ook niet gebeurt. Ik let er waarschijnlijk gewoon niet op. Het komt regelmatig voor dat ik mensen tegenkom maar ze niet zie. Als ze niet zelf flink zwaaien of me gedag zeggen dan loop ik ze gewoon straal voorbij. Als ik met mijn moeder ben gaan winkelen vraagt mijn vader altijd of het druk was in de stad. En negen van de tien keer moet ik het antwoord schuldig blijven. Geen idee, ik let er niet op. Alleen als ik er last van heb dat het heel druk is, weet ik het. Sanne vraagt wel eens: "Zag je wat die persoon aanhad?" of "Keek die persoon nou zo raar naar ons?". Ook daar weer: geen idee! En eerlijk gezegd interesseert het me ook helemaal niks wat onbekenden van me denken.

Dus nee, beste mevrouw, het overkomt mij niet. En het zou u ook niks moeten uitmaken. U moet zich richten op het beter worden. U moet zich richten op uw gezin, familie en vrienden. F*** de rest van de wereld, lekker belangrijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten